|
|
|
|
|
Klassiek Centraal, 19/10/16 |
Lucrèce Maeckelbergh |
|
Jonas Kaufmann bezingt het Italiaanse Dolce Vita
|
|
Een
cd van de zowat populairste tenor van het moment krijgt steeds
de allure van een evenement. Met Dolce Vita is het niet anders.
Jonas Kaufmann brengt een hommage aan het land dat zijn kunst
meer dan welk ander voedt. Aan vocale intensiteit geen gebrek!
Het repertoire bestaat hoofdzakelijk uit Italiaanse
volksliederen die vaak een internationale bekendheid hebben,
zoals Con te partirò of Volare. Ze zijn ook onsterfelijk
geworden via de uitvoeringen door grote Italiaanse zangers als
Caruso en Pavarotti of populaire artiesten als Andrea Bocelli.
Kaufmann bezorgt ons zoals te verwachten een meeslepende en
kleurrijke vertolking. Zijn krachtige stem is aangrijpend, maar
waar gepast zingt hij zacht en teder, zoals in het mooie Il
Canto. Zo wisselt ook passie (Passione) af met fragiliteit of
zwelgende nostalgie (Fenesta). In een lied als Voglio vivere
così laat hij zich gaan en schept hij er duidelijk plezier in
dit genre te zingen. Toch verliest hij nooit de nuance voor het
detail en brengt hij voldoende vocale variatie om zo’n cd vol
bisnummers aantrekkelijk en levendig te houden. Filmisch klinkt
niet alleen de melodie uit The Godfather Parla più piano maar
ook de inleiding tot Catari, waarin het orkest opvalt als
levendig en zeer verfijnd. Non ti scordar di me: een van de
heerlijke liederen van Ernesto de Curtis op het schijfje klinkt
als puur maar ècht sentiment.
Al is hij momenteel aan
een periode van rust toe, de gedrevenheid en tegelijk de
natuurlijkheid waarmee Jonas Kaufmann dit heerlijke Italiaanse
vocale erfgoed presenteert, doet toch alweer uitkijken naar een
volgend optreden in de opera.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|