|
|
|
|
|
Place de l'Opera, 23 JUNI 2020 |
JORDI KOOIMAN |
|
KAUFMANN MAAKT STUDIO-OPNAME OTELLO
|
|
Drie jaar geleden debuteerde Jonas Kaufmann in Londen als Verdi’s Otello. Nu
heeft hij een studio-opname van de opera gemaakt, met wederom Antonio
Pappano als dirigent. ‘Sommige dirigenten zuigen je energie op, Tony gaf ons
oneindig veel energie’, vertelde de tenor bij de presentatie.
Studio-opnames van volledige opera’s zijn zeldzaam geworden. Met Otello pakt
Sony echter groots uit. Kosten noch moeite zijn gespaard. Dirigent Antonio
Pappano, het orkest en koor van de Accademia Nazionale di Santa Cecilia,
tenor Jonas Kaufmann en solisten als Federica Lombardi (Desdemona) en Carlos
Alvarez (Jago) kregen vorig jaar zomer twee weken de tijd om in een studio
in Rome Verdi’s voorlaatste werk zo perfect mogelijk te registreren. Het
resultaat is de eerste Romeinse Otello-uitgave sinds een beroemde opname uit
1960 met Jon Vickers, Leonie Rysanek en Tito Gobbi.
Sony is een
uitgebreide campagne gestart om de opname onder de aandacht te brengen,
waarbij Jonas Kaufmann het middelpunt is. Vorige week konden meer dan
honderd internationale journalisten per Zoom naar een gesprek met Kaufmann
en Pappano luisteren.
KRISKRAS
Hoewel een studio op het eerste
gezicht de optimale omstandigheden voor een opname biedt, moesten Kaufmann
en Pappano de nodige uitdagingen overwinnen, vertellen ze. ‘We zijn
natuurlijk bevoorrecht om een studio-opname te kunnen maken, maar het is
niet makkelijk om in een lege zaal alle gevoelens uit zo’n complexe en
emotionele opera als Otello naar boven te brengen’, zegt Kaufmann. ‘Gelukkig
heb ik de rol inmiddels vaak gezongen. Ik hoop dat ik de emoties en de
atmosfeer van die voorstellingen ook in de studio heb weten op te roepen.’
De muzikale leiding van Pappano hielp, zegt Kaufmann. ‘Hij heeft zo’n
grote persoonlijkheid. Elke repetitie leidde hij vol energie, zelfs vroeg in
de morgen. Sommige dirigenten zuigen je energie op, Tony gaf ons oneindig
veel energie. Dat is ideaal bij een project als dit.’
Eén van de
moeilijkste dingen van een studio-opname is dat er niet lineair, maar
kriskras door het werk gegaan wordt, vertelt Pappano. ‘We begonnen met het
koorstuk ‘Fuoco di gioia’ uit de eerste akte, om de juiste balans voor de
opname te vinden. Toen volgde de storm, toen een deel uit akte drie, toen
akte twee… Je bent afhankelijk van de beschikbaarheid van artiesten en de
planning, dat is heel lastig. Je hebt veel ervaring met het werk nodig om de
verhaallijn te kunnen vasthouden, zodat de luisteraar uiteindelijk echt
meegenomen wordt in het verhaal.’
GEEN ACROBAAT
Jonas Kaufmann
bedankte jarenlang voor de rol van Otello omdat hij zich er nog niet klaar
voor voelde. In juni 2017 maakte hij uiteindelijk zijn debuut in een
productie bij het Royal Opera House, wat gelabeld werd als the hottest
ticket of the year. Kaufmanns interpretatie werd overwegend positief
ontvangen en was ook live in de bioscoop te zien.
Na Londen volgden
meerdere runs in München. Kaufmann vertelt dat hij door die ervaringen
relaxter is geworden, al blijft Otello voor hem de Everest in het
tenorrepertoire. Een rol die je gewoon niet routineus kunt zingen. ‘Het is
niet dat de partij veel hoge noten telt. Il trovatore is bijvoorbeeld veel
hoger en lastiger qua noten. Maar de muziek in Otello pusht je enorm, anders
dan in elke andere opera van Verdi. Er zit geen enkele frase in waar géén
spanning op staat.’
Kaufmanns interpretatie is de afgelopen jaren
gegroeid, vertelt hij. ‘In feite verandert elke interpretatie naarmate je
een rol vaker zingt. Elke dag zie je de partij anders. Je creëert je
interpretatie voortdurend opnieuw. Daarom luister ik niet graag naar wat ik
twintig jaar geleden deed. Zelfs wat ik vorige week gezongen heb, is
moeilijk te accepteren.’
De drijfveren van Otello waren voor Kaufmann
leidend in zijn interpretatie. ‘Ik ben geen acrobaat die wil laten zien: ik
kan dit zingen. Ik zoek altijd naar emotionele beweegredenen als ik een
karakter overtuigend probeer neer te zetten. Je moet een verklaring vinden
voor de noten die je zingt. Vanuit de emotie creëer je het huis van je
interpretatie. In dit geval heb ik vooral gezocht naar de momenten waarop
Otello’s kwetsbaarheid zichtbaar wordt. Dat was voor mij de sleutel.’
Antonio Pappano heeft in zijn interpretatie gestreefd naar perfectie.
‘Otello is net als bijvoorbeeld Aida een iconische titel. Het is heel
moeilijk om zo’n werk te eren en te respecteren. Je moet je eigen weg
vinden. Dat hebben we, al worstelend met het materiaal, gedaan. Ik heb de
opname zo clean mogelijk proberen te maken, als een schilderij. Niet alles
is perfect, maar we hebben gezocht naar perfectie, waarbij het orkest heel
goed naar de zangers heeft geluisterd. Orkestmusici zijn heel gevoelig: als
een zanger een speciale sfeer neerzet, voelen ze dat direct aan.’
EIGEN STEM
Zowel Pappano als Kaufmann hebben hun voorbeelden en
inspiratiebronnen als het gaat om Otello uitvoeren. Zo dirigeerde Pappano
zijn eerste Otello met Giuseppe Giacomini in de hoofdrol. ‘Het was voor mij
heel belangrijk om te voelen en te horen hoe iemand met zo’n grote,
krachtige en masculiene stem de rol zong.’
Kaufmann bewondert de
interpretatie van de Duitse tenor Franz Völker en betreurt het dat Franco
Corelli de partij niet gezongen heeft. ‘Het risico is wel dat je een
interpretatie, als die heel goed en interessant is, gaat kopiëren. Maar
iedereen heeft zijn eigen stem en moet die volgen. Natuurlijk moet je je
stem kunnen kleuren, maar je moet altijd de grenzen van je eigen,
natuurlijke instrument respecteren. Dat is het moeilijkste: alles wat je
gehoord hebt loslaten en je eigen kijk geven.’ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|