|
|
|
|
|
Klassiek Centraal, 20/04/12 |
Lucrèce Maeckelbergh |
|
Konzert, Brüssel, Paleis voor Schone Kunsten, 15. April 2012
|
|
Jonas Kaufmann in Bozar
|
|
Sublieme zangkunst zonder charisma
De liefhebbers
van vocale muziek hadden er lang naar uitgekeken: het concert met sterzanger
Jonas Kaufmann in Bozar, aangekondigd sinds vorig najaar. Het concert
kaderde in het feestjaar voor de 75ste verjaardag van het Nationaal Orkest
van België dat voor de gelegenheid gedirigeerd werd door Jochen Rieder. De
Henry Leboeuf-zaal van het Paleis voor Schone Kunsten zat dan ook afgeladen
vol en het publiek liet zijn fangevoelens de vrije loop met bravo’s en
ritmisch applaus. Jonas Kaufmann bedankte hen met niet minder dan vijf
bisnummers. Als je het mij vraagt te veel van het goede en trouwens net een
aria te veel voor zijn stem.
Het concert was voor het grootste deel
samengesteld uit een aantal aria’s uit het verismo-repertoire en enkele
Wagneraria’s, aangevuld met orkestrale operafragmenten. Behalve kaskrakers
als Cielo e mar (La Gioconda) waren er ook ontdekkingen te doen met minder
bekend werk van bij voorbeeld Riccardo Zandonai, een ondergewaardeerd
componist van wie Kaufmann een dramatische aria vertolkte uit Giulietta e
Romeo. Het was een staaltje van het veelzijdig en onbetwistbaar talent van
de tenor. Voor elke emotie vindt hij de juiste buiging in de stem. De sterke
accentuering die Kaufmann op sommige lettergrepen maakt, kan misschien
overdreven lijken, maar past perfect in de stijl van het verisme. Ook de
diepe tenorklank die Kaufmann ontwikkeld heeft, past bij deze dramatische
operastijl. De stem houdt in elk register een grote projectiekracht. Wat
Jonas Kaufmann ons bood was dus een bewonderenswaardige technische
prestatie. In de Wagneraria’s was die trouwens nog superlatief met als
surplus dat zijn vertolking in de Graalsvertelling uit Lohengrin eindelijk
ontroerde. Daar moest ik wel tot het einde van het concert op wachten.
Hoewel hij onmiddellijk bij het betreden van het podium op gejuich
onthaald werd, zette Kaufmann zijn programma koel in. De eerste verzen van
Cielo e mar leden onder stress en de aria miste lyriek. Geleidelijk leek
Kaufmann zich meer bij het concert betrokken te voelen maar ik merkte geen
communicatie met zijn publiek. Hoe warm dat publiek ook op hem reageerde, de
zanger bleef afstandelijk op het podium zijn ding doen, zeer geconcentreerd
op de zang, die subliem was. Ik beluisterde hem met veel bewondering maar
hij raakte me niet. Zelfs als hij bij de bisnummers dan toch leek te
genieten van het succes kwam het geforceerd en niet van harte over.
Zijn beperking wat inleving betreft heeft ongetwijfeld te maken met de
prestatie van het orkest. Het Nationaal orkest van België heeft geen
traditie in het operarepertoire en dat genre vraagt misschien een extra
inspanning? Het orkest speelde degelijk en op een trompetnootje na kunnen we
ze niet op fouten betrappen, maar het speelde noten, geen muziek….Waar is de
bezieling die nodig is om zo’n concert met stukken uit opera’s te maken tot
een geheel dat leeft? Ik hoorde geen zindering of emotie laat staan passie
in hun spel. De orkestmuziek in de Bachanale uit Samson et Dalila ontaardde
in pure karikatuur.
Ondanks het orkest was het concert toch een mooie
ervaring, die mijn beeld van Jonas Kaufmann bevestigd heeft. Kaufmann is een
bescheiden en rustig man, een zanger die met ernst en een grote muzikale
cultuur zijn carrière opbouwt. Niet de “latin lover” die de mediahype van
hem probeert te maken. Ik vrees dat dergelijke hype een uitgesproken
negatief effect heeft op hem. Kaufmann hoort niet thuis in vedettecultussen
à la Bartoli, Villazon of Alagna. Hij hoort thuis op een scène die hem
toestaat zich in een personage in te leven tussen muzikanten die eenzelfde
ernst aan de dag leggen als hijzelf. Als u hier nog bevestiging van wil,
raad ik u zijn cd-opnamen aan met verismo-aria’s onder leiding van Antonio
Pappano of die met Duitse aria’s onder leiding van Claudio Abbado, beide op
Decca. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|