|
|
|
|
|
Operamagazine.nl, 23 februari
2010 |
Alessandro Anghinoni |
Humperdinck, Königskinder, 21.2.2010
|
Kaufmann is ‘primus inter pares’ in Zürich
|
|
Bij het Opernhaus Zürich is momenteel
Humperdincks Königskinder te zien. De cast is van een ongelofelijk niveau.
Koningszoon Jonas Kaufmann en ganzenhoedstertje Isabel Rey zijn een prachtig
koppel, maar het bijzondere is dat de andere, kleinere rollen niet voor hen
onderdoen.
Deze productie van Humperdincks ‘Märchenoper’ geeft je de indruk dat het in
de wereld wemelt van de fantastische zangers die wachten tot ze de erkenning
krijgen die ze verdienen. Ik kwam het theater uit in de overtuiging dat ik
in een betoverde bijeenkomst van de beste zangers van vandaag was geweest.
Als u mijn enthousiasme wat overdreven vindt, weet dan dat tijdens de
ontroerende slotscène waarin de twee hoofdrolspelers sterven een jonge vrouw
een paar rijen achter me alle aandacht trok doordat ze begon te snikken. Dat
mag toch een indicatie zijn van de intensiteit van de zang die we
voorgeschoteld kregen. Koningszoon Jonas Kaufmann en het ganzenhoedstertje
Isabel Rey stopten echt hun ziel in deze scène.
Over Kaufmann gesproken: het is geen wonder dat het simpele meisje, dat
nog nooit eerder een man had gezien, direct verliefd op hem werd. Zijn
mediterrane sex appeal en uitstraling op het toneel zouden van Kaufmann
zelfs een ster hebben gemaakt als hij maar een derde van zijn artistieke en
vocale kwaliteiten had gehad.
Maar los van dat visuele aspect is de tenor voor mij een nieuwe bladzijde in
de operageschiedenis. Diepgang en warmte in zijn stem vult hij aan met een
pracht en evenwichtigheid in de hoogte die simpelweg verbazingwekkend is,
zeker gezien de intelligentie waarmee hij het gebruikt.
Tegenover Kaufmann stond Isabel Rey met een open, zuivere klank, die perfect
de onschuld en tederheid van het simpele ganzenhoedstertje neerzette. Maar
ze was tegelijk in staat om vol uit te pakken in de meer dramatische
momenten van deze drieëneenhalf uur durende opera.
Wat nu zo buitengewoon is aan de productie en wat je niet vaak ziet in het
huidige operabedrijf, is dat alle andere karakters in de cast niet
onderdeden voor de grootsheid van de twee hoofdrolspelers. Ik noem slechts
enkele van de dertien secundaire rollen, maar eigenlijk zou ieder van hen
een persoonlijk woord verdienen.
Het zijn allemaal zangers die met de meest beroemde dirigenten hebben
gewerkt en wijd verspreid zijn op cd’s en dvd’s. Zangers die waarschijnlijk
de sterren van morgen zijn. Vergeet niet dat ook Jonas Kaufmann zijn
carrière hier in Zürich begon, in 1991.
Om wat voorbeelden te noemen: de Roemeense mezzo Liliana Nikitenanu zong de
Heks net zo vlijmscherp als de veelbelovende Anja Schlosser de schaamteloze
dochter van de herbergier. De lyrische bariton Oliver Widmer was een
ontroerende Fiedler en de bas Tomasz Slawinski een grappige herbergier.
Deze kwaliteiten werden gesteund en misschien zelfs wel extra betoverd door
de onvermoeibare en dynamisch perfecte leiding van Ingo Metzmacher. Ik had
nooit gedacht dat ik ooit nog eens zo van harte een dirigent zou prijzen van
wie de kwaliteiten mij in het verleden nooit duidelijk waren.
Maar ik moet erkennen dat hij in dit geval als een ontembare perfectionist
aan de partituur heeft gewerkt en dat hij in staat was van begin tot eind de
balans te bewaren tussen de wijdse symfonische passages en de meer theatrale
en geconcentreerde momenten in de zang.
De productie van Jens-Daniel Herzog met decors van Mathis Neidhard was ook
goed in balans, in dit geval een balans tussen actualisering naar de wereld
van vandaag en trouw aan het kunstwerk. Het huis van de heks in het bos was
een biologisch laboratorium waar geëxperimenteerd werd met planten, de
marktplaats was een fastfood-restaurant, waar koningszoon Kaufmann als
schoonmaker moest werken.
Alle elementen waren goed overwogen. Een zeldzaam geval van een
geloofwaardige en effectieve interpretatie van het libretto, die nooit in
contrast stond met de tekst of de actie, maar juist meewerkte aan het
neerzetten van treffende emoties, zodanig dat het het publiek aan het huilen
kon maken als bij een film.
Ik zou iedere operaliefhebber van harte aanraden het programma van dit
operahuis te bekijken en een weekendje Zürich te plannen. Leuk detail: op de
zondagen kun je twee opera’s op één dag zien. Op 28 februari kun je
bijvoorbeeld om 14.00 uur de nieuwe Idomeneo onder Harnoncourt zien en dan
om 20.30 uur Tosca onder Carignani, met Magee, Farina en Thomas Hampson. Ach
ja, gewoon één van die normale Helvetische operazondagen… |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|