|
|
|
|
|
Opera Magazine, 4 oktober 2013 |
door Basia Jaworski |
|
Kaufmann debuteert bij Sony met Verdi-cd
|
|
Voor zijn debuut bij Sony is tenor Jonas Kaufmann in het repertoire van de jarige Giuseppe Verdi gedoken. Hoewel zijn alleskunner-reputatie anders doet vermoeden, overtuigt hij niet in alle rollen van de Italiaanse componist. Niettemin is de cd weer een staaltje topzang. |
|
Jonas
Kaufmann is hot, heel erg hot. ‘Der begehrste Tenor der Welt’ heeft dan ook
alles mee: een stem uit duizenden, charisma, intelligentie, muzikaliteit,
buitengewone acteerkwaliteiten en – eerlijk is eerlijk – de looks.
Met veel verschillende rollen op zijn repertoire, van Massenet tot Wagner,
is hij ook zeer veelzijdig. Maar kan hij daarom ook alles zingen? Zijn
eerste cd met uitsluitend Verdi-aria’s, waarvoor hij zijn vertrouwde Decca
voor Sony heeft ingeruild, laat mij in twijfel achter.
Duca
(Rigoletto) en Macduff (Macbeth) heeft hij al ver achter zich gelaten,
terwijl hij aan Otello duidelijk nog niet toe is. Niet dat het hem aan
kracht ontbreekt, het is meer dat hij nog te ver van de rol afstaat. Ook van
zijn Radames ben ik niet kapot, al vind ik zijn diminuendo aan het eind van
‘Celeste Aida’ wel heel erg mooi.
Daarentegen is zijn Don Carlo van
een ongekende schoonheid. Die rol ‘zit’ hem als gegoten. En Alvaro (La forza
del Destino) smaakt alleen maar naar meer; hopelijk gaat hij de opera ooit
in zijn geheel opnemen.
Ook Manrico (Il Trovatore) ligt hem goed en
al klinkt zijn hoge C in ‘Di quella Pira’ een beetje geknepen, hij heeft
meer dan genoeg kracht om de aria tot een goed einde te brengen. Het meest
weet hij mij echter te overtuigen in ‘Destatevi, o pietre’ uit I Masnadieri.
Dirigent Pier Giorgio Morandi en het Orchestra dell’Opera di Parma
leggen een vreemde voorkeur voor de tempi neer: eerst hollen en dan radicaal
remmen…
Niettemin: een cd om te hebben! |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|