Place de l'Opera, 9 september 2015
door Basia Jaworski
 
Aan Kaufmanns Puccini valt niet te tippen
Een Wagner-album en een Verdi-album waren er al. Nu heeft tenor Jonas Kaufmann daar een Puccini-album aan toegevoegd. In het repertoire van de Italiaanse verismocomponist vindt de Duitse tenor duidelijk zijn kracht. Vooral de zwaardere rollen klinken zeldzaam mooi.

Van zijn Verdi ben ik meestal niet zo gecharmeerd, maar zijn Puccini staat als een huis. Sterker nog: ik ken geen enkele hedendaagse tenor die zich in dit repertoire met Jonas Kaufmann kan meten. Zeker als het om de zwaardere rollen gaat.

Rodolfo (La bohème) en met name Rinuccio (Gianni Schicchi) is Kaufmann inmiddels lang en breed ontgroeid. ‘Avete torto!’ uit de laatstgenoemde opera klinkt dan ook veel te volwassen, al is het zeker mooi.

Des Grieux (Manon Lescaut) zingt Kaufmann een beetje op de automatische piloot. De rol is hem op het lijf geschreven, maar wat meer jeugdig elan, zeker in ‘Donna non vidi mai’, had het nog wat extra kunnen oppeppen. Ook mis ik enigszins het fragiele karakter van deze rol. Want laten we eerlijk zijn: Des Grieux is in feite een ‘mietje’.

Kaufmanns Ramerrez/Johnson (La fanciulla del West) is van een zeldzame schoonheid. Mannelijk, heroïsch en desperaat. Je hoort het in zijn levensverhaal ‘Una parola sola’: het grijpt je naar de keel.

Nog meer tegenstrijdige emoties stopt de tenor in ‘Risparmiate lo scherno’. Hij zet zeer standvastig in, maar laat zijn zang vervolgens bijna smekend overgaan in de enige echte hit uit de opera: ‘Ch’ella mi creda’. Daarin doet hij me bijna mijn held Plácido Domingo vergeten. Op zich al een prestatie!

Het meest weet Kaufmann me te ontroeren in ‘Ei giunge! … Torna ai felici dì’ uit Le Villi. Het zou me niet verbazen als het de eerste keer is dat hij die aria zingt, zo fris en betoverend klinkt het. Zijn smachtende zang in “ed io non ho nel cor che tristezza e terror” lijkt rechtstreeks uit zijn ziel te komen. Net als in het hartroerend breekbaar gezongen ‘Orgia, chimera’ uit Edgar trouwens.

De Deluxe-uitgave van het album bevat een bonus-dvd met daarop ‘the making of’ en fragmenten uit volledige voorstellingen van Manon Lescaut (Londen) en La fanciulla del West (Wenen). Prachtig gezongen, dat wel, maar o zo lelijk om te zien! Je zou de regisseurs haast verdenken van antifeminisme, zo vreselijk zijn de beide heldinnen toegetakeld. Een vormloze tuinbroek en rode pruik doen Nina Stemme lijken op een overjarige hippie en de mooie Kristine Opolais ziet er in haar Manon-kostuum uit als een lelijke trol.

Naar aanleiding van deze cd hoop ik dat iemand Kaufmann overhaalt om de complete Edgar op te nemen. Maar dan graag wel op cd, voordat er weer een regisseur mee aan de haal gaat. En het liefste onder Antonio Pappano, want ook hij heeft Puccini ‘under his skin’…






 
 
  www.jkaufmann.info back top