|
|
|
|
|
De Standaard, 07 april 2012 |
Geert Van der Speeten |
|
'Een stem boort recht naar de ziel'
|
Interview Jonas Kaufmann, een zanger die tot het kransje van de operavedeten behoort |
|
Zijn Wagnervertolkingen klinken onaards mooi,
maar even vaak schitterde hij in frivole versies van La Traviata en Carmen.
De Duitse tenor Jonas Kaufmann landt in Brussel met een ruime greep uit zijn
favoriete repertoire. 'Ik laat mij niet in een hokje stoppen.' Het
Nationaal Orkest van België nodigt met de regelmaat van een klok de grote
zangstemmen van het moment uit naar Brussel. Na Roberto Alagna en Juan Diego
Flórez is het de beurt aan Jonas Kaufmann, voor een recital waarin de Duitse
tenor uitgebreid mag schitteren. Hij pendelt daarbij van het lyrische,
lichtvoetige Italiaanse repertoire naar het Franse. Daarnaast demonstreert
Kaufmann zijn talent als Wagnervertolker, met fragmenten uit Die Walküre en
Lohengrin.
Jonas Kaufmann (München, 1969) is de chouchou van het
Duitse publiek. De grote podia en operahuizen van zijn land moest hij wel
veroveren via de omweg van Parijs, Milaan, Londen en New York. Enkele jaren
geleden schakelde zijn carrière in een hogere versnelling, met als
stapstenen zijn debuut in de Met in New York en een exclusief platencontract
bij Decca. Intussen wordt Kaufmann in één adem genoemd met Anna Netrebko en
Rolando Villazon, supersterren die het op glitter beluste operapubliek op
handen draagt.
Om uit te groeien tot publiekslieveling heeft hij ook
zijn looks mee. Met zijn stoppelbaard, wilde krullen en sportieve outfit
werd Kaufmann op de markt gepositioneerd als een 'Duitse stem in de
verpakking van latin lover'.
Ventiel voor emoties
De cd Romantic arias, met muziek van Puccini, Verdi, Bizet en Massenet,
speelde dat zwoele imago verder uit. In hoge stapels lag het schijfje in
2008 aan de Duitse winkelkassa's, voer voor de impulskoper. Maar de zanger
demonstreerde met dit album ook zijn grote klasse en veelzijdigheid. 'Een
tenor met een kameleontisch stilistisch vermogen', zo omschreef deze krant
hem in een viersterrenrecensie.
Op het podium speelt Kaufmann graag
zijn jeugdige elan uit. Zijn collega-zangers loven niet alleen zijn
empathische, viriele stem maar ook zijn temperamentvolle aanpak. Kaufmann is
blijkbaar een allemansvriend. Een krachtige persoonlijkheid, maar geen
onuitstaanbaar ego.
Ik krijg hem aan de lijn terwijl hij door
Zuid-Beieren raast, richting Salzburg. Kaufmann zit blijkbaar rustig
onderuitgezakt in de auto, want hij neemt alle tijd voor het gesprek. Dezer
dagen treedt hij in Salzburg aan in een nieuwe Carmen in de Osterfestspiele,
die ook tijdens het zomerfestival op de affiche staat. Carmens tegenspeler
Don José is, net als Alfredo in La Traviata, een van de rollen waarvoor hij
het meest gevraagd wordt.
De avond ervoor heeft hij in de
Philharmonie in München liederen van Strauss en de Kindertotenlieder van
Mahler gezongen. Vlak voor het concert kwam de eerste violist aan zijn mouw
trekken. Of hij een woordje wou zeggen aan het publiek? Over die
verongelukte Belgische kinderen?
Kaufmann: 'Ik stond paf. Hoe zo'n
honderdveertig jaar oude gedichtencyclus als de Kindertotenlieder, over een
vader die het noodlot betreurt dat in zijn gezin toesloeg, plots een diepe,
emotionele betekenis kan krijgen. De zaal werd muisstil. Daarin schuilt de
kracht van de zangkunst, denk ik. Er is veel onderzoek naar verricht, maar
live ervaar ik telkens weer hoe een stem rechtstreeks toegang heeft tot de
ziel. Muziek die werkt als therapie, als ventiel voor onze krachtigste
emoties: ik geloof er sterk in.'
De Munt
In
Brussel wordt Kaufmann aangekondigd als 'de romantische tenor'. Op de
affiche prijkt de iconische cover van de cd Sehnsucht uit 2009. Daarop
poseert de zanger als de stoere Wanderer in een desolaat berglandschap,
geïnspireerd op een beroemd schilderij van Caspar David Friedrich.
Dat van die romanticus: het is een beeld dat hem iets te nadrukkelijk blijft
achtervolgen, zegt hij. 'Privé ben ik wel een type dat al eens met een bos
bloemen thuiskomt. En ook een candlelight dinner sla ik niet af. Maar of ik
daarom een romantische tenor ben? Intussen zing ik repertoire dat reikt van
Mozart tot Wagner, met inbegrip van de klassieke Duitse romantiek.'
Kaufmann begon zijn carrière in 1994, in het vaste ensemble van de opera van
Saarbrücken. Na twee jaar hield hij het voor bekeken en koos voor een
freelancebestaan. Zo belandde hij ook in Brussel. In De Munt zong hij in Die
Entführung aus dem Serail van Mozart (1999) en in La Damnation de Faust van
Berlioz (2002). Hij heeft er de beste herinneringen aan.
'In die
periode kreeg ik vooral minder interessante producties voor de kiezen, van
Fidelio tot Otello en Krol Roger. De Munt was een uitzondering, met twee
verzorgde en clevere ensceneringen. Bovendien stond ik op het punt om door
te breken. De castingdirecteur van De Munt pikte mij eruit en dat sterkte
mijn zelfvertrouwen. Ik kwam in een droomcast terecht in Damnation. Dirigent
Antonio Pappano zou mij altijd blijven steunen.'
Intussen had
Kaufmann zich geprofileerd als een ietwat atypische Duitse tenor. Dat moest
ook, want in 1995 kreeg hij af te rekenen met ernstige stemproblemen. Een
nachtmerrie, herinnert hij zich. 'Ik zong in een gastproductie in Luxemburg,
als een van de ridderknapen in Parsifal. Een rolletje van niets. De dirigent
wees mij aan. Ik opende mijn mond, maar er kwam geen klank uit. Ik voelde
mij compleet machteloos. Misschien lag het aan ziekte of verkoudheid, dacht
ik. Maar de problemen bleven aanslepen. Een collega stuurde me naar een
stemcoach in Trier. Die wees mij erop hoe ik haast impulsief een jonge,
lichte en heldere klank probeerde te produceren, in de klassieke Duitse
zangtraditie van Fritz Wunderlich. Terwijl ik van nature een meer introverte
en donkere stem heb.'
Het werd een echte openbaring. Daar in dat
klaslokaaltje in Trier vond Kaufmann zijn natuurlijke stem en werd de basis
voor zijn overdonderende zangtechniek gelegd. 'Al die jaren daarvoor had ik
gewoon geprobeerd om een stijl te imiteren. Men waarschuwde mij ook
voortdurend voor repertoire dat te veeleisend of te donker van timbre voor
mij zou zijn. Terwijl het geknipt was voor mijn stemtype! Die grote
omzichtigheid in de beginjaren dreigde mij te verkrampen. Mijn stem werd er
juist zwakker en kleiner door.'
Wagner
Kaufmanns repertoirekeuze laat zien hoe hij weigert in één hokje gestopt te
worden. Dat roept weerstand op. 'Opera-intendanten of platenbazen zijn niet
echt fantasievol. Zodra je ster begint te rijzen, raden ze je aan om je als
een welomschreven type zanger te profileren. Zo hebben vele generaties
zangers zich beperkt hebben tot één repertoire, en dat van productie tot
productie ook uitgemolken.'
'In die val wil ik niet trappen. Ik wil
als zanger uitgedaagd worden, alert blijven voor nieuwe dingen. Anders wordt
dit wel een heel vervelend beroep. (lacht). De kwaliteit die je op de
planken brengt, hangt nu eenmaal af van het plezier dat je aan het zingen
beleeft. Met die ingesteldheid stel ik ook mijn kalender op, vaak tot
ergernis en frustratie van operadirecteurs.'
Jonas Kaufmann trad pas
laat in zijn geboortestad München op. 'In 2009 stond ik er voor het eerst op
de planken, als een onbeschreven blad. Ik kon meteen al mijn mogelijkheden
ontplooien. Dat eerste seizoen zong ik in La Traviata. Het seizoen daarop
volgde mijn roldebuut in Lohengrin en meteen ook mijn eerste Wagner. Daarna
Carmen en Tosca, dit seizoen staan Fidelio en Don Carlo op de affiche. Ook
voor het publiek blijft het op die manier spannend. Want als je als
Wagnerzanger in een Verdi aantreedt, dan hoor je ze hardop twijfelen. Zo'n
typische heldentenor uit het Wagnerrepertoire, kan dat wel een goede
Verdi-stem zijn? Altijd weer duiken die hokjes op.'
Kaufmann was
betrokken bij enkele controversiële producties, zoals de uitgejouwde
Traviata in Parijs in een enscenering van Christophe Marthaler. Kaufmann wil
best een heel eind meegaan in de zoektocht van regisseurs naar originele
invalshoeken, zegt hij.
'Marthaler stelde het hoofdpersonage Violetta
voor als Edith Piaf, verdwaald in een variétéwereld. Dat paste goed bij
Verdi's opera. Ik heb al in oertraditionele producties gespeeld, maar de
laatste tijd ook vaak in modieuze ensceneringen die koele zakelijkheid
uitstralen. Als dat de magie van een werk versterkt: geen probleem. Maar
vaak gebeurt het dat regisseurs een draai geven aan het verhaal die verder
wegvoert van de muziek. Soms durven ze ook een compleet andere timing op te
leggen. Voor mij blijft het essentieel dat je als zanger je instinct kan
volgen en dat je het publiek niet verplicht om door drie roze brillen te
kijken naar wat er op de scène gebeurt.'
En hoe zit het nog met
andere Wagneruitdagingen? Deze zomer zal Kaufmann er alvast niet bij zijn,
als de bejubelde Lohengrin in Bayreuth opnieuw op het programma staan. Ook
in het Wagnerjaar 2013 laat hij de legendarische Festspiele links liggen.
'Ik heb voor Salzburg en de nieuwe intendant Alexander Pereira gekozen',
zegt hij. 'En dan is er altijd nog een derde mogelijkheid. Niet naar
Salzburg, niet naar Bayreuth. Maar gewoon eens een zomer vrijhouden voor de
familie.'
Jonas Kaufmann, Nationaal Orkest van België o.l.v. Jochen
Rieder: Ponchielli, Bizet, Mascagni, Wagner e.a. Op 15 april in het Paleis
voor Schone Kunsten in Brussel 02-507.82.00)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|